Taalontwikkeling


Taalontwikkeling


Onder taalontwikkeling verstaan wij de manier waarop kinderen woorden begrijpen en woorden gaan gebruiken. Aan het begin van het leven, een kind tot 6 maanden oud, communiceert een kind nog niet met woorden, maar met reflexen. Na deze leeftijd begrijpt en herkent het kind steeds meer woorden. Hoe ouder het kind is, hoe meer woorden hij kent en hoe meer woorden hij gebruikt om te communiceren met ouders en anderen.

 

0 tot 6 maanden

In deze fase communiceert je kind door te lachen, te bewegen en door oogcontact te maken. In deze periode luisteren de kinderen al wel naar de woorden die je ze toespreekt, maar ze reageren nog niet bewust op deze woorden. Vanaf 4 maanden maakt je baby onbewust al een aantal klanken, wat later woorden zullen worden. In de eerste zes maanden begint het eerste deel van de taalontwikkeling al. De baby hoort in deze periode veel woorden van de ouders aan, waardoor je kind deze woorden begint te begrijpen en te herkennen. Lees dus zo veel mogelijk voor aan je kind!

 

6 maanden tot 2 jaar

Met 6 maanden probeert een baby al eigen woorden uit te spreken. Dit zijn eerst nog klinkers, maar je hoort er al gauw de woorden ’papa’ en ’mama’ in. Als je baby al met woorden met jou gaat communiceren, is de taalontwikkeling begonnen. Deze taalontwikkeling blijft zich ontwikkelen als je kind eenmaal praat en blijft praten. Als een kind ongeveer één jaar is, spreekt hij de eerste echte woorden herkenbaar uit. De woordenschat van een kind op deze leeftijd is nog wel erg klein; niet meer dan 100 woorden. Vanaf zijn eerste levensjaar neemt de woordenschat alleen maar toe, totdat hij aan het begin van zijn tweede jaar al 300 woorden herkent en spreekt.

 


2 jaar tot 4 jaar

Op deze leeftijd kent je kind al veel basiswoorden en spreekt ze ook beter uit dan hij eerst deed. Op een leeftijd van 3 jaar kent een kind al 500 woorden en maakt hij hiermee al korte zinnen van maximaal 5 woorden. Een kind van drie jaar begint ook steeds beter de regels van de taal te begrijpen, doordat hij veel gaat praten. Tussen de drie en vier jaar heeft een kind weinig tot geen moeite meer met het uitspreken van de meeste klanken, maar taalfouten zullen nog blijven tot op latere leeftijd.

 

Vanaf 4 jaar

Vanaf 4 jaar gaat je kind naar de basisschool en komt hier veel in contact met andere kinderen. Het kind praat veel met meer mensen, waardoor hij langzaam langere zinnen leert te maken. Ook leert hij door het vele praten en luisteren minder taalfouten te maken en spreekt hij bijna alles goed uit. Een kind van 6 heeft een woordenschat van maximaal 3000 woorden en kan deze in langere en goede zinnen gebruiken. Als een kind de basisschool verlaat en naar de middelbare school gaat, leert het kind alle regels uit de taal en zal de taalontwikkeling dus sterk toenemen. Ook als je kind de middelbare school verlaat, ontwikkelt de taal verder.