Het eerste wat jij van je kind hoort, zijn de klanken. Dit zal je meteen na de geboorte al kunnen horen als je kind huilt. Een klank is een vorm van geluid. Om nog specifieker te zijn, is klank een totaal aan eigenschappen van geluid. Met eigenschappen bedoelen we onder andere de toonhoogte, de lengte van een toon en het volume van een geluid. In de taalkunde heeft klank een andere betekenis. Daar letten taalkundigen vooral op de klanken in woorden.
Iedereen weet wel wat een klank is: hoe iets klinkt, iets wat je kan horen. Dat is waar, maar klanken zijn meer. Ze hebben veel functies die op elke leeftijd hetzelfde blijven.
Kinderen kunnen op veel manieren klanken gebruiken. Veel jonge kinderen, en dan met name baby’s, gebruiken klanken om te communiceren met hun ouders. Ze schreeuwen en huilen bijvoorbeeld.
Als je kind iets ouder is, gebruikt hij of zij deze klanken om woorden te vormen. Hieruit ontstaan de eerste echte woorden. Natuurlijk gebruikt je kind ook klanken om te klagen en om emoties te tonen. Als je kind het ergens niet mee eens is, kan hij gaan schreeuwen en als hij blij is, gaat hij lachen. Dit zijn allemaal vormen van klanken die mensen maken en gebruiken.
In de taalkunde gebruikt men klanken voor andere redenen. Daar richten ze zich op fonetiek (hoe een woord klinkt), fonologie (het verschil tussen klanken en woorden) en fonotaxis (hoe verschillende talen andere klanken gebruiken). Als laatste gebruiken kinderen klanken gebruikt om iets duidelijk te maken of om overtuigend over te komen. Je kind wil graag iets hebben uit de winkel; hij of zij zal dan er van alles aan doen om datgene te krijgen. Hiervoor gebruikt je kind verschillende klanken.
Niet alleen in de spreektaal zijn klanken interessant. In geschreven teksten gebruiken schrijver vaak klanken als stijlmiddel. De drie hoofdgroepen van deze stijlfiguren zijn rijm, klanksymboliek waarin bepaalde klanken iets vrolijks uitdrukken, zoals de klanken ie en ij/ei, terwijl andere klanken droevig klinken, zoals de aa en de oo en de onomatopee, een woord dat gebaseerd is op een geluid. Denk maar aan veel dierengeluiden.
Als we in het Nederlands naar klanken kijken, letten we eigenlijk alleen maar op de klinkers die we in het alfabet vinden. We maken onderscheid tussen lange klanken en korte klanken. Dit verschil is lastig voor kinderen als ze woorden willen opschrijven die lange klanken bevatten.
Onder lange klanken verstaan we de lettergrepen: aa, ee, ie, oo en uu. Voor je kind is het moeilijk om te onthouden dat je bijvoorbeeld ‘schapen’ schrijft in plaats van ‘schaapen’, omdat je toch echt een lange klank hoort. Met korte klanken bedoelen we de klinkers die kort worden uitgesproken: a, e, i, o en u. Deze woorden vinden kinderen over het algemeen niet lastig om te schrijven, omdat men deze woorden schrijft zoals je ze uitspreekt.
Leerplein Zwolle
Mannagras 33
8043 KC Zwolle
in de wijk Stadshagen
Maandag t/m vrijdag
9:00 - 20.00 uur
Zaterdag
9:00 - 12.00 uur
Zondag
Gesloten
Cito training
© 2024 Leerplein Zwolle