Auditieve-voorwaarden


Auditieve voorwaarden


Al voor dat je kind begint met lezen en schrijven, is hij of zij al bezig met letters. Ook al kan je kind nog niet zo goed lezen of schrijven, hij of zij kan misschien al wel zijn of haar eigen naam herkennen en overschrijven. Dit is een goede voorbereiding op het uiteindelijke lezen en schrijven, want hierdoor kent je kind al een aantal letters en weet hij of zij hoe ze klinken. Om je kind zo goed mogelijk te laten schrijven, moet hij of zij het verschil herkennen tussen de klanken van woorden en de spelling ervan. Als je kind zich gaat focussen op de klanken van een woord, heet dit auditief. Er zijn een aantal voorwaarden waaraan je kind moet voldoen om goed te kunnen leren schrijven. Deze voorwaarden, in combinatie met het focussen op de klanken van een woord, heten auditieve voorwaarden.

 


Welke auditieve voorwaarden zijn er?

De voorwaarden waaraan je kind moet voldoen of de vaardigheden die hij of zij moet hebben om goed te kunnen schrijven, zijn:

  • auditieve concentratie. Je kind moet goed naar de woorden en zinnen kunnen luisteren die jij of iemand anders zegt. Je kind moet in staat zijn om zich te kunnen focussen op wat jij of iemand anders zegt en zich zo min mogelijk laten afleiden door wat erbuiten afspeelt. Achtergrondgeluiden kunnen de concentratie namelijk ernstig verstoren.
  • rijmen. Als je kind kan rijmen, betekent dit dat hij of zij weet hoe de klanken in een woord werken, hoe woorden worden gevormd én dat je kind een groot woordenschat heeft.
  • auditieve discriminatie. Dit hebben alle oudere kinderen eigenlijk al uit zichzelf. Auditieve discriminatie houdt in dat je kind het verschil kan horen tussen woorden en andere geluiden en klanken. Hoe groter de woordenschat van je kind is, hoe beter hij of zij dit zal kunnen. Alhoewel dit erg makkelijk lijkt, kan het toch nog moeilijk zijn voor kinderen, bijvoorbeeld met woorden die ze zelf hebben verzonnen.
  • auditieve analyse. Hierbij kan je kind een woord ontleden in losse lettergrepen en zo duidelijk de structuur van een woord zien. Het woord ‘analyse’ kun je dus ontleden tot a-na-ly-se. Op de basisschool noemen ze dit hakken.
  • auditief geheugen. Als je kind een auditief geheugen heeft, kan je kind woorden en zinnen nazeggen. Dit doen vooral baby’s die de taal proberen te leren door te luisteren naar de ouders en zo de woorden proberen te herhalen.
  • auditieve synthese. De auditieve synthese richt zich op het vormen van woorden. Je kind leert dit door verschillende klanken samen te voegen, zodat deze losse klanken samen een bestaand woord vormen. Kinderen maken ook zelf niet-bestaande woorden op deze manier. Kinderen kennen klanken van andere woorden en gebruiken deze vervolgens om een nieuw woord te bedenken.
  • auditieve objectivatie. Dit betekent dat je kind meer let op hoe de taal zich vormt en op de klanken dan op het woord, de spelling en de betekenis ervan.