Redeneervermogen


Redeneervermogen


Redeneren is het vermogen om uit te leggen wat je standpunt is en tot dat standpunt komen door logisch na te denken. Redeneervermogen is het vermogen om logische verbanden te leggen. De meeste kinderen kunnen zodra ze goed kunnen spreken zelf al logische verbanden leggen. Sommige jonge kinderen kunnen al redeneren voordat ze kunnen lezen en spreken. Er zijn dus verschillende soorten manieren om te redeneren. De verschillende manieren waarop een kind kan redeneren, zijn redeneren aan de hand van de context, oorzaak-gevolg relaties en redeneren over verbanden.


Het is lastig om je kind tot redeneren aan te zetten, als hij niet weet wat het is of hoe het moet. Om je kind tot redeneren aan te zetten, is het belangrijk hem voldoende tijd te geven. Een kind kan prima verbanden leggen, maar het ene kind doet hier wat langer over dan het andere. Een tweede manier is om mee te denken en wat tips te geven. Hierdoor legt hij wel zelf de verbanden, maar had hij nog wel wat hulp nodig tot de redenering te komen. Een derde manier is om het kind hardop de denkstappen te laten uitspreken. Je kan hieraan zien of het kind goed denkt om het probleem op te lossen en zo nodig wat tips geven.

 


Contextgebonden

Veel woorden hebben een andere betekenis of waarde als je deze in een andere context zet. Een woord dat meerdere betekenissen heeft, is bijvoorbeeld het woord ‘bank’. Op het ene kun je zitten, bij de andere kun je geld storten of afhalen. Het is aan het kind om de juiste betekenis te vinden voor dit woord in de context. In een zin als ‘Hij zit op de bank met zijn boek’ ziet een kind een jongen thuis op de bank zitten in plaats van zittend op een gebouw. Ook hebben getallen een andere waarde zodra je er een context bijplaatst. Vier is geen hoog getal, maar als je het hebt over vier auto’s, krijgt de vier een hogere waarde.

 

Causaal redeneren

Causaal betekent oorzaak-gevolg relaties beschrijven. Niet alleen kom je dit veel tegen bij vakken als wiskunde, maar ook kinderen komen dit al tegen in hun dagelijks leven. Tijdens het praten bijvoorbeeld. Kinderen die iets gemeens zeggen (oorzaak), zullen zien dat anderen minder graag met ze omgaan (gevolg). Kinderen die snel doorhebben hoe dit verband werkt, zullen beter nadenken over wat ze tegen een ander zeggen. Ook bedenken kinderen dit soort verbanden tijdens het vertellen van een verhaal. Eerst gebeurt het ene. Dit heeft invloed op de omgeving, waardoor er uiteindelijk iets anders tot gevolg komt. Het vertellen van verhalen is een goede manier om het causaal redeneren te trainen.

 

Abstract redeneren

Bij het abstract redeneren staat het vinden van verbanden en patronen centraal. Het abstract redeneervermogen kan getoetst worden door middel van plaatjes. Kinderen krijgen een logische opvolging van plaatjes te zien, waarvan de laatste ontbreekt. Het is aan het kind om de laatste figuur te vinden uit een aantal mogelijke antwoorden. Een voorbeeld van zo’n opvolging is een dobbelsteen die steeds draait, zodat kant die bovenaan ligt steeds +1 wordt.