Zinsbouwproblemen komen veel voor bij jonge kinderen die nog niet veel praten of die nog niet zo veel zinnen en woorden hebben gehoord. Hoe meer je tegen je kind praat, hoe sneller hij of zij je zinnen en woorden gaat overnemen. Ook leert je kind hierdoor hoe je goede zinnen moet maken, dus in welke volgorde alle woorden moeten en of iets in het enkelvoud of meervoud moet bijvoorbeeld.
Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk al tegen een baby te praten, maar stop hier zeker niet mee als je kind al een beetje kan praten. Het is belangrijk om een probleem in de vorm van spraaktaalontwikkeling zo vroeg mogelijk te herkennen om zo de gevolgen te beperken. Hoe eerder je het probleem herkent, hoe eerder je ermee aan de slag kunt om het te verhelpen.
Een kind met een zinsbouwprobleem heeft moeite om correcte zinnen te maken. Hij weet bijvoorbeeld het verschil niet tussen bepaalde woordsoorten en gebruikt deze door elkaar. Je kind gebruikt dan bijvoorbeeld een verkeerd lidwoord of zet verschillende woordsoorten op de verkeerde plek in de zin. Ook kan een kind met een zinsbouw probleem geen idee hebben wat een naamval is en gebruikt deze onjuist. Een voorbeeldzin met dit probleem erin, is: ‘Ik ga vandaag met jij en hij weg’ in plaats van: ‘Ik ga vandaag met jou en hem weg’.
Kinderen met zinsbouwproblemen kunnen hier veel hinder van ondervinden. Door de zwakke zinsbouw van je kind is hij slecht te begrijpen. Hij begrijpt vaak zelf wel wat hij wil vertellen, maar dit kan hij vervolgens niet goed duidelijk maken aan anderen. Kinderen met een zinsbouwprobleem hebben dus moeite om goede zinnen te formuleren en om ideeën duidelijk over te brengen.
Een oorzaak van een zinsbouwprobleem is dat je kind te weinig spraak heeft gehoord. Als je vanaf de geboorte niet genoeg met je kind praat, ondervindt hij hiervan op latere leeftijd veel hinder. Hij heeft van jongs af aan niet meegekregen hoe je goede zinnen maakt en hoe je bepaalde woorden in een zin moet plaatsen. Losse woorden vertellen is alleen goed voor de woordenschat van je kind, maar je kind heeft deze woorden vervolgens in een context, in de zin, nodig om later goede zinnen te kunnen formuleren.
Een andere oorzaak van zinsbouwproblemen dat tegenwoordig steeds meer voorkomt, is meertaligheid. Steeds meer ouders voeden hun kinderen meertalig op. Veel ouders doen dit, omdat kinderen onder de twaalf jaar nog gemakkelijk een tweede taal erbij kunnen leren.
Waar ze echter geen rekening mee houden, zijn de problemen die dit met zich meebrengt. Een kind die twee- of meertalig is opgevoed heeft een grotere kans om taalachterstanden en dus zinsbouwproblemen op te lopen. Dit komt doordat een kind vervolgens twee of meer talen maar half beheerst en dus ook maar half weet hoe de zinsbouw eruitziet van de taal, aangezien elke taal een andere zinsbouw heeft.
Leerplein Zwolle
Mannagras 33
8043 KC Zwolle
in de wijk Stadshagen
maandag t/m vrijdag
9:00 - 18.00 uur
zaterdag & zondag
gesloten
© 2024 Leerplein Zwolle